Naar een oud middeleeuws verhaal zou keizer Augustus de Tiburtijnse Sibylle hebben geraadpleegd om de naam van zijn opvolger te weten te komen. Daarop verscheen hem in een visioen Maria met het Jezuskind op haar arm. Toen de Sibylle verkondigde dat dit Kind een grotere vorst zou worden dan Augustus zelf, knielde deze neer en aanbad het. Vanaf de twaalfde eeuw is dt verhaal een geliefd motief in de beeldende kunst, omdat het een verband aangeeft tussen de profane en de heilsgeschiedenis. De Sibylle staat achter keizer Augustinus en wijst hem met haar linkerhand het visioen. Augustus heeft, uit eerbetoon aan Jezus, zijn keizerskroon afgezet en houdt hem met beide handen vast. Hij draagt een rijk bewerkte mantel over zijn wijde onderkleed. De Sybille is gekleed als oudere burgervrouw, op de wijze die ook in andere fragmenten van het altaar voorkomt, respectievelijk Elisabeth en de op sterven liggende Maria (cat. 134 en 135).
De rijk versierde kast waarin de figuren zijn geplaatst, heeft een vorm die ook in de schilderkunst van de vijftiende eeuw vaak werd gebruikt en waarin een ruimte wordt gesuggereerd die als het ware uit twee onderdelen bestaat. Enerzijds is daar de ruimte waarin de figuren staan, architectonisch uitgebeeld door gotische blindvensters in de achterwand en een overkragend baldakijn aan de voorkant. Daarvoor is een rondboog geplaats die geen deel uitmaakt van de ruimte waarin de figuren staan, maar die een soort omlijsting vormt.
Uit de plaatsing van twee grote ijzeren scharnieren, rechts aan de voorkant van de kast, is op te maken dat deze gediend heeft als linkervleugel van, naar men vermoedt, het verhoogde middengedeelte van het Broederschapsaltaar. Op dit middengedeelte heeft het veertiende-eeuwse Mariabeeld van de Broederschap gestaan, dat aldus tevens fungeerde als de in het visioen van Augustus verschenen Madonna. Aan de achterwand van de kast, die te zien was wanneer het altaar was gesloten, is een aparte vergulde lijst aangebracht. Mogelijk was binnen die lijst oorspronkelijk een schildering gevat.
| 224 |
D.P.R.A. Bouvy, 'Nederlandse Beeldhouwkunst' in: Th.H. Lunsingh Scheurleer, Sprekend verleden : Wegwijzer voor de verzamelaar van oude kunst en antiek (1959) 55
W. Glas - M. Cydyko, 'Adriaen van Wesel : Beschrijving van de beelden' in: Bifrons 1 (1981) 14, 16 (afb.)
W. Halsema-Kubes, 'Adriaen van Wesels Mariaretabel voor de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap te 's-Hertogenbosch' in: Het Gulden Vlies : 's-Hertogenbosch ten tijde van het 14e Kapittel van het Gulden Vlies, 1481 (1981) 53, 54 (afb. 1)
W. Halsema-Kubes e.a., Adriaen van Wesel : een Utrechtse beeldhouwer uit de late middeleeuwen (1980) 94-95 (cat. 9)
W. Halsema-Kubes, 'Twee onbekende retabelfragmenten van Adriaen van Wesel' in: Bulletin van het Rijksmuseum 4 (1980) 159 (afb. 8)
Ed Hoffman, 'Raadsels rond werk Jheronimus Bosch : Het altaar van de Lieve Vrouwebroederschap' in: Bossche Bladen 1 (2008) 28 (afb.)
P. Klein, 'Hout en Kunst - Houtanalytisch onderzoek van beeldhouwwerken' in: Adriaen van Wesel (1980) 49 (afb. 10)
A.M. Koldeweij, In Buscoducis (1990) 224-225
J. Leeuwenberg, 'Vier onbekende Noordnederlandse beeldhouwwerken' in: Bulletin van het Rijksmuseum 15 (1967) 54
G. Lemmens en G. de Werd, 'Een onbekend fragment van Adriaen van Wesels Maria-altaar van de Onze-Lieve-Vrouwe-Broederschap?' in: Antiek 6 (1971/72) 174 (afb. 6)
G. Lemmens en G. de Werd, 'Het werk van Adriaen van Wesel en de Utrechtse beeldhouwkunst van de vijftiende eeuw' in: Adriaen van Wesel (1980) plaat I
Léon van Liebergen en Wouter Prins, Deftige Devotie (2003) 106 (afb. 1)
J.A. Mosk en M.F.S. Karreman, 'Onderzoek van de polychromie van de twee beeldhouwwerken van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap te 's-Hertogenbosch' in: Adriaen van Wesel (1980) 51-53
Jan van Oudheusden, Geloven in vriendschap : 700 jaar Zwanenbroeders in 's-Hertogenbosch (2018) voorblad, 38
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 377 (afb. 365)
P.T.A. Swillens, 'Beeldhouwers en Beeldhouwkunst' in: J. Romijn, Hart van Nederland : Een boek over de stad en de provincie Utrecht (1950) 218
P.T.A. Swillens, 'De Utrechtse beeldhouwer Adriaen van Wesel, ± 1420-(na 1489)' in: Oud-Holland 63 (1948) 149-150 (afb. 1, 3 en 5)
Tentoonstelling 's-Hertogenbosch Jheronimus Bosch (1976) nr. 88d
Voorlopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst (1931) 190